Archief voor ‘Geen onderdeel van een categorie’ Categorie

Mijn werkgever is failliet verklaard, wat zijn mijn rechten? | door Sahar Ismail

Posted by

Wanneer de werkgever in faillissement de kosten niet meer kan betalen, heet dit betalingsonmacht. Voor de werknemer betekent dit dat hij geen loon meer krijgt en hoogstwaarschijnlijk zijn baan zal verliezen. In dit artikel wordt meer informatie gegeven over de werknemer die werkzaam is bij een failliet verklaarde werkgever.

De curator
Wanneer de werkgever failliet wordt verklaard, benoemt de rechtbank een curator. De curator handelt het faillissement af en neemt de rol van de werkgever over. De curator heeft dan de bevoegdheid om alle arbeidsovereenkomsten op te zeggen. Hij kan ook de arbeidsovereenkomst opzeggen wanneer de werknemer voor langere tijd ziek is.

Als de curator besluit de arbeidsovereenkomst op te zeggen, geldt een opzegtermijn van maximaal zes weken. Dat betekent dat het dienstverband van de werknemer maximaal zes weken doorloopt nadat het contract is opgezegd. De curator bepaalt of er in deze periode gewerkt moet worden. Tijdens deze periode heeft de werknemer recht op loon. U hoeft dus niet te stoppen met werken en u hoeft zich ook niet ziek te melden (tenzij u natuurlijk daadwerkelijk ziek bent).

De curator kijkt daarnaast altijd of er een mogelijkheid is voor het bedrijf om een doorstart te maken. Dit betekent dat de rechter het huidige bedrijf failliet verklaart en het bedrijf doorgaat onder een nieuwe naam als een ‘nieuw bedrijf’. Het kan dus zijn dat de werknemer zijn baan behoudt, alleen is het dan onder een andere naam en/of functienaam. Als de werknemer dit aanbod weigert, is het mogelijk dat zijn recht op een WW-uitkering komt te vervallen.

Uitkeringen UWV
Wanneer de werkgever het loon van de werknemer niet meer kan betalen, kan de werknemer zich melden bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (hierna: “UWV”). Als de reden van het ontslag faillissement of uitstel van betaling is, dan kan de werknemer een faillissementsuitkering krijgen. Deze uitkering moet de werknemer zelf aanvragen bij het UWV.

Het UWV betaalt dan:

  • Het nog niet ontvangen loon van maximaal 13 weken tot uw ontslag;
  • Het loon vanaf uw ontslag tot het einde van de opzegtermijn, maximaal zes weken; en
  • Het vakantiegeld, de openstaande vakantiedagen en de pensioenpremies over de laatste twaalf maanden tot het ontslag.

De werknemer ontvangt van de curator een uitnodiging voor een informatiebijeenkomst waarin hij meer informatie krijgt over welke uitkeringen hij kan aanvragen en op welke manier hij dit kan doen.

Wanneer de faillissementsuitkering verlopen is en de werknemer nog steeds geen andere baan heeft gevonden, kan deze een WW-uitkering aanvragen. De WW-uitkering moet binnen één week na het einde van de opzegtermijn bij de failliete werkgever aangevraagd worden.

Indien u naar aanleiding van dit artikel nog vragen heeft met betrekking tot de rechten van een werknemer bij een failliete werkgever, dan helpen wij u graag. Iedere dinsdag- en donderdagavond kunt u tussen 19:30 uur en 20:45 uur zonder afspraak binnenlopen bij ons spreekuur.

Roddelen op de werkvloer: is dit een reden voor ontslag? | door Julia Leeters

Posted by

Op de werkvloer komt het vaak voor dat collega’s onderling niet goed met elkaar overweg kunnen. Wanneer de spanningen een hoogtepunt bereiken, kan een impulsieve negatieve opmerking over de ander snel gemaakt worden. Dergelijke uitlatingen kunnen als onaangenaam worden ervaren door andere werknemers, die deze kwestie mogelijk rapporteren aan de werkgever. Vervolgens is het mogelijk dat de werkgever zich afvraagt of deze situatie genoeg reden vormt om over te gaan tot het beëindigen van het dienstverband.

De eisen voor ontbinding
Zodra een werkgever het dienstverband wil beëindigen, moet er voldaan zijn aan een aantal voorwaarden. Allereerst moet er sprake zijn van een redelijke grond. Onder een redelijke grond verstaan we een reden die de beëindiging rechtvaardigt. Dit wordt in de volgende alinea nader uitgewerkt. Daarnaast moet herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet te realiseren zijn. Herplaatsing is nooit te realiseren als de werknemer verwijtbaar heeft gehandeld of heeft nagelaten te handelen. Voorbeelden hiervan zijn diefstal of werkweigering. De situatie moet zo ernstig zijn dat niet van de werkgever verlangd kan worden dat de werknemer in dienst wordt gehouden.

Redelijke grond
Een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst kan vervolgens op diverse gronden worden gebaseerd. In dit stuk behandelen we alleen de gronden die relevant zijn voor deze situatie. Allereerst kijken we naar de d-grond. Deze grond verwijst naar het disfunctioneren van de werknemer. Hiervoor is het noodzakelijk dat de werknemer tijdig op de hoogte is gesteld en de kans heeft gehad zijn of haar functioneren te verbeteren. De tweede grond is de verstoorde arbeidsverhouding, ook wel de g-grond genoemd. Hierbij is vereist dat het voor de werkgever redelijkerwijs niet mogelijk is om de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Tot slot de i-grond, waarbij een combinatie van verschillende gronden ervoor zorgt dat het voor de werkgever redelijkerwijs niet mogelijk is om de arbeidsovereenkomst voort te zetten.

Beoordeling en conclusie
De rechter dient te beoordelen of de verstoorde arbeidsrelatie onherstelbaar is. De verzoeker dient zijn of haar beweringen te onderbouwen met overtuigend bewijs, met name gericht op een aangetoond negatief of onwenselijk communicatiepatroon. Hoewel een opmerking als persoonlijke aanval kan worden opgevat, is voldoende onderbouwing essentieel. Indien deze onderbouwing ontbreekt, resulteert dit in de afwijzing van het verzoek tot beëindiging van het dienstverband. Het uiten van negatieve opmerkingen over een collega op de werkvloer, oftewel roddelen, wordt dus niet automatisch beschouwd als grond voor ontslag.

Indien u naar aanleiding van dit artikel nog vragen heeft met betrekking redenen voor ontslag, dan helpen wij u graag. Iedere dinsdag- en donderdagavond kunt u tussen 19:30 uur en 20:45 uur zonder afspraak binnenlopen bij ons spreekuur.

De vaststellingsovereenkomst: Is een handtekening noodzakelijk? | door Frederique Donders

Posted by

Het sluiten van een vaststellingsovereenkomst is voor zowel werkgevers als werknemers een veelgebruikte methode om een dienstverband te beëindigen. Het zorgt voor duidelijkheid en zekerheid voor beide partijen. Er bestaat echter een wijdverspreid misverstand dat deze overeenkomst alleen rechtsgeldig zou zijn als beide partijen hun handtekening eronder zetten. Is een handtekening van beide partijen altijd noodzakelijk om deze overeenkomst daadwerkelijk rechtsgeldig te maken?

Het wettelijk kader
Een overeenkomst wordt doorgaans als rechtsgeldig beschouwd wanneer er sprake is van een aanbod, een aanvaarding en wederzijdse verplichtingen. Op grond van de Nederlandse wet moet een overeenkomst tot beëindiging van een arbeidsovereenkomst schriftelijk worden aangegaan. Dit heeft bij veel mensen de indruk gewekt dat een handtekening een absolute voorwaarde is voor rechtsgeldigheid. Het begrip ‘schriftelijk’ is echter breder dan vaak wordt gedacht en laat enige ruimte over voor andere vormen van vastlegging.

De interpretatie van ‘schriftelijk’
De term ‘schriftelijk’ in de wet kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Het kan verwijzen naar een fysiek document, maar ook naar digitale communicatie zoals e-mails of zelfs tekstberichten. Wat van cruciaal belang is, is dat er een duidelijke intentie van instemming door beide partijen kan worden aangetoond. Dit kan via meerdere communicatiemiddelen en hoeft niet per se een fysieke handtekening te zijn.

De overeenstemming
In het contractenrecht wordt vaak de nadruk gelegd op het principe van overeenstemming. De kern van een vaststellingsovereenkomst is dat er een duidelijk akkoord is tussen beide partijen. Dit kan bevestigd worden door uitgewisselde e-mails, mondelinge afspraken die later schriftelijk zijn vastgelegd, of zelfs een geluidsopname waarin beide partijen hun instemming verklaren. Juridisch gezien maakt het ontbreken van een handtekening de overeenkomst niet per se ongeldig.

Het idee dat een vaststellingsovereenkomst voor het beëindigen van een dienstverband enkel rechtsgeldig is met handtekeningen van beide partijen is een misverstand. De Nederlandse wet vereist enkel een ‘schriftelijke’ overeenkomst, een term die breder is dan vaak wordt gedacht. Dit kan variëren van een fysiek document tot e-mails of zelfs tekstberichten. Het essentiële element is wederzijdse instemming, die op meerdere manieren kan worden vastgelegd. Een handtekening is doorgaans het nuttigst voor beide partijen, maar is niet strikt noodzakelijk voor de rechtsgeldigheid van een vaststellingsovereenkomst.

Indien u naar aanleiding van dit artikel nog vragen heeft met betrekking tot de rechtsgeldigheid van uw vaststellingsovereenkomst, dan helpen wij u graag. Iedere dinsdag- en donderdagavond kunt u tussen 19:30 uur en 20:45 uur zonder afspraak binnenlopen bij ons spreekuur.

Ik ben ziek geworden tijdens mijn vakantie, wat nu? | door Rapina Pararajasingam

Posted by

Stel, u heeft uw vakantiedagen opgenomen maar u wordt ziek tijdens uw vakantie. Dit is natuurlijk vervelend en zonde van uw vakantiedagen, maar misschien is er nog een oplossing voor. Wilt u weten hoe dit geregeld is? Lees dan snel verder!

Ziek tijdens vakantie
Een werknemer die ziek wordt tijdens zijn vakantie, dient dit direct te melden bij zijn werkgever. Een werkgever mag namelijk geen vakantiedagen inhouden in de periode waarin een werknemer ziek is. Zodra de ziekmelding is gemeld, zal de werkgever de vakantiedagen om moeten zetten in ziektedagen. Dit betekent dus dat de werknemer de vakantiedagen nog op een ander moment kan inzetten. Dit is anders indien een werknemer ermee instemt om zijn verlofdagen op te nemen tijdens zijn ziekte.

Ziek voor een lange periode
In de meeste gevallen moet de werkgever het loon voor de zieke werknemer doorbetalen. De doorbetaling gebeurt voor een periode van maximaal twee jaar. Indien de arbeidsovereenkomst eindigt binnen een periode van twee jaar, stopt ook de doorbetaling van de zieke werknemer. De termijn van twee jaar gaat in vanaf het moment van de ziekmelding. Als er tussen twee ziekteperiodes minder dan 4 weken zitten, tellen deze als één ziekteperiode. Dit is van belang om te bepalen wanneer de doorbetalingsperiode van twee jaar ten einde loopt.

Overgebleven vakantiedagen na einde arbeidsovereenkomst
Indien een werknemer nog ongebruikte vakantiedagen heeft en zijn arbeidsovereenkomst tot een eind komt, heeft de werknemer recht op uitbetaling van de overgebleven vakantiedagen. Dit is in de wet geregeld. Hierbij wordt een vakantiedag gezien als een werkdag. Afspraken hierover kunnen zijn opgenomen in een arbeidsovereenkomst of in de CAO.

Indien een werkgever de overgebleven vakantiedagen na het einde van de arbeidsovereenkomst niet wil uitbetalen, is het belangrijk dat werkgever en werknemer samen in gesprek gaan. Door te communiceren kunnen onderlinge misverstanden worden verhelderd. Daarnaast kan de werknemer een schriftelijk verzoek doen aan de werkgever om zijn vakantiedagen uit te betalen. Indien de werkgever niet reageert op het schriftelijk verzoek, kan de werknemer een aangetekende brief sturen naar de werkgever. Hierin maakt de werknemer duidelijk dat hij juridische stappen zal ondernemen indien de overgebleven vakantiedagen niet worden uitbetaald.

Indien u naar aanleiding van dit artikel nog vragen heeft met betrekking tot ziekte tijdens uw vakantie, dan helpen wij u graag. Iedere dinsdag- en donderdagavond kunt u tussen 19:30 uur en 20:45 uur zonder afspraak binnenlopen bij ons spreekuur.

De gevolgen van een vaststellingsovereenkomst voor het verkrijgen van een WW-uitkering | door Esmee van Gestel

Posted by

Een werkgever kan het ontslag van een werknemer met wederzijds goedvinden regelen via een vaststellingsovereenkomst. Een vaststellingsovereenkomst is vormvrij en specificeert de voorwaarden waaronder het dienstverband wordt beëindigd. Er kunnen verschillende redenen zijn voor een werkgever om het dienstverband van een werknemer te beëindigen, zoals een verstoorde arbeidsrelatie of een reorganisatie. Als de werkgever en de werknemer beiden akkoord gaan met het beëindigen van het dienstverband, kan een vaststellingsovereenkomst worden opgesteld.

Vaststellingsovereenkomst en een ontslagvergoeding
Het recht op een transitievergoeding bij een vaststellingsovereenkomst bestaat niet. Bij een vaststellingsovereenkomst heeft de werknemer wel recht op een ontslagvergoeding. Een transitievergoeding is namelijk een ontslagvergoeding, maar een ontslagvergoeding hoeft niet altijd een transitievergoeding te zijn.

Als een werkgever een werknemer ontslaat en een vaststellingsovereenkomst sluit, zijn de werkgever en de werknemer vrij om een ontslagvergoeding af te spreken. Dit kan een hogere of lagere vergoeding zijn dan de transitievergoeding, maar zou bijvoorbeeld ook een periode van vrijstelling van werkzaamheden kunnen zijn met doorbetaling van het salaris.

Vaststellingsovereenkomst en WW-uitkering
Als een werknemer wordt ontslagen via een vaststellingsovereenkomst is de kans groot dat de werknemer in aanmerking komt voor een WW-uitkering. Echter, dit is afhankelijk van enkele specifieke voorwaarden. De vaststellingsovereenkomst moet in ieder geval de volgende onderdelen bevatten:

  • Naam en adres van zowel de werkgever als de werknemer;
  • De reden voor het ontslag en de vermelding dat de werkgever het initiatief heeft genomen om het dienstverband te beëindigen De werknemer mag zelf niet verantwoordelijk zijn voor het ontslag. Als een werknemer bijvoorbeeld wordt ontslagen wegens diefstal, verduistering, mishandeling of werkweigering heeft de werknemer geen recht op een WW-uitkering;
  • Bevestiging dat er geen dringende redenen zijn voor het ontslag;
  • Duidelijke verklaring dat het ontslag met wederzijds goedvinden is overeengekomen;
  • De exacte datum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt;
  • Datum en locatie van ondertekening door zowel de werkgever als de werknemer.

Daarnaast mogen er geen beperkende omstandigheden zijn, zoals een opzegverbod. Een werknemer mag bijvoorbeeld niet arbeidsongeschikt zijn op het moment dat de vaststellingsovereenkomst wordt ondertekend.

Het correct opstellen van de vaststellingsovereenkomst met deze punten is van cruciaal belang om het recht van een werknemer op een WW-uitkering te waarborgen. Indien de werknemer aan deze voorwaarden voldoet, bestaat het recht op een WW-uitkering.

Indien u naar aanleiding van dit artikel nog vragen heeft met betrekking tot een vaststellingsovereenkomst, dan helpen wij u graag. Iedere dinsdag- en donderdagavond kunt u tussen 19:30 uur en 20:45 uur zonder afspraak binnenlopen bij ons spreekuur.

Schadevergoeding bij een toerekenbare tekortkoming in de nakoming | door Tolgahan Degirmenci

Posted by

Wanneer twee partijen een overeenkomst met elkaar aangaan, wordt er van elkaar verwacht dat ze zich zullen houden aan de afspraken uit de overeenkomst. Helaas komt het soms voor dat een van de partijen zich niet houdt aan deze afspraken. In dergelijke gevallen kan het zo zijn dat de benadeelde partij het recht heeft om schadevergoeding te eisen van de partij die de afspraken niet nakomt. In dit artikel wordt een begrijpelijk overzicht geboden van de voorwaarden voor het vorderen van schadevergoeding.

Rechtsgeldige overeenkomst
Een rechtsgeldige overeenkomst is een overeenkomst tussen twee of meer partijen waarin afspraken zijn vastgelegd. Een overeenkomst is rechtsgeldig als er sprake is van aanbod en aanvaarding tussen twee of meerdere partijen. Het is van belang dat de ene partij een aanbod doet en de andere partij het aanbod aanvaardt. Daarnaast moeten beide partijen het eens zijn over de voorwaarden die opgenomen staan in de overeenkomst. Van beide partijen mag, na het sluiten van de overeenkomst, verwacht worden dat zij zich houden aan de overeenkomst en dat ieder aan zijn plichten die uit de overeenkomst voortvloeien, voldoet. Het kan soms voorkomen dat een van de partijen de gemaakte afspraken uit de overeenkomst niet nakomt. In dat geval kan je spreken van een niet-nakoming.

Ingebrekestelling
Wanneer er sprake is van niet-nakoming, kan je de wederpartij die niet is nagekomen de mogelijkheid aanbieden voor het herstellen van de niet-nakoming. Dit kunnen partijen onderling doen. Doorgaans is de tweede stap om een ingebrekestelling te sturen, als partijen onderling niet tot een oplossing komen. Een ingebrekestelling wordt gebruikt als laatste middel als partijen er onderling niet uitkomen. Hierin zet je over welke afspraken het gaat en dat er op tot heden nog niet is nagekomen. Vervolgens wordt hierin een redelijke termijn geboden aan de tegenpartij om toch na te komen. Wat een redelijke termijn is, ligt aan de afspraak die nagekomen moet worden. Bovendien wordt er ook aangegeven wat de gevolgen zijn als de overeenkomst nog steeds niet wordt nagekomen.

Verzuim
Een van die gevolgen kan zijn het eisen van schadevergoeding. Om schadevergoeding te kunnen eisen, moet de wederpartij in verzuim zijn. Verzuim treedt pas in als de schuldenaar eerst schriftelijk door de schuldeiser is aangemaand en hem een redelijke termijn voor nakoming is gegeven. Ook daar is een ingebrekestelling dus voor van belang; de ingebrekestelling fungeert als deze ‘schriftelijke aanmaning’, waarmee een schuldenaar in verzuim kan worden gesteld. Als de schuldenaar ondanks de ingebrekestelling zijn of haar verplichtingen niet nakomt, is er sprake van verzuim.

Geen ingebrekestelling, maar verzuim van rechtswege
In uitzonderlijke gevallen is het niet verplicht om een ingebrekestelling te versturen om de schuldenaar in verzuim te stellen. We spreken dan van verzuim van rechtswege. Een ingebrekestelling hoeft bijvoorbeeld niet verstuurd te worden op het moment dat de schuldenaar aangeeft dat hij of zij zich niet (alsnog) kan houden aan de afspraken uit de overeenkomst.

Proces voor een eis tot schadevergoeding
Wanneer de ingebrekestelling is verstuurd en de schuldenaar in verzuim is, maar de overeenkomst nog steeds niet is nagekomen, kunt u overgaan tot het vorderen van schadevergoeding. U moet dan aan enkele voorwaarden voldoen. Ten eerste is het belangrijk dat u daadwerkelijk schade heeft geleden. Ten tweede moet er sprake zijn van een tekortkoming in de nakoming. Dat betekent dat er een overeenkomst moet zijn, waarin een van de partijen zich niet aan de afspraken heeft gehouden of überhaupt de overeenkomst niet is nagekomen. Doorgaans is dit al geconstateerd op het moment dat er een ingebrekestelling is gestuurd. Vervolgens moet er ook worden gekeken of het niet nakomen van de overeenkomst wel aan de wederpartij kan worden toegerekend. Dit is het geval als het de schuld van de wederpartij is dat er niet of niet volledig is nagekomen. Als dit zo is, spreken we van een toerekenbare tekortkoming.

Als er sprake is van een toerekenbare tekortkoming, is het belangrijk dat er ook sprake is van een opeisbare vordering. Een vordering wordt opeisbaar zodra de termijn die is gesteld voor nakoming, is verstreken. Dit houdt in de praktijk vaak in dat zodra de termijn die in de ingebrekestelling is gegeven om alsnog aan de overeenkomst te voldoen, is verstreken, de vordering opeisbaar is.  Als u aan deze eisen voldoet, is het mogelijk om schadevergoeding te eisen bij uw wederpartij.

Indien u naar aanleiding van dit artikel nog vragen heeft met betrekking tot een niet nagekomen overeenkomst, dan helpen wij u graag. Iedere dinsdag- en donderdagavond kunt u tussen 19:30 uur en 20:45 uur zonder afspraak binnenlopen bij ons spreekuur.

Het naar Nederland laten komen van een partner vanuit een niet-EU lidstaat | door Beyza Sayar

Posted by

Stel u heeft een partner die in Servië woont en u wil hem of haar naar Nederland halen. Wat moet u dan allemaal doen? De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) hanteert een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan om een verblijfsvergunning voor uw partner te verkrijgen.

De voorwaarden
Allereerst moet er sprake zijn van een duurzame en exclusieve relatie, zoals een huwelijk of een geregistreerd partnerschap. Beide partners moeten daarnaast minimaal 21 jaar oud zijn, tenzij u al getrouwd was toen u beiden in het buitenland woonde, in welk geval u een verblijfsvergunning kunt aanvragen vanaf 18 jaar, op voorwaarde dat uw huwelijk internationaal erkend wordt.

Bovendien moet uw partner bij u in Nederland gaan samenwonen en zich op uw adres laten inschrijven. Daarnaast dient u de Nederlandse nationaliteit te bezitten of in het bezit te zijn van een geldige Nederlandse verblijfsvergunning. Als u een verblijfsvergunning heeft op basis van humanitaire gronden moet u doorgaans minstens 1 jaar legaal in Nederland hebben gewoond voordat u uw partner naar Nederland kunt laten komen. Er zijn echter uitzonderingen als u momenteel in het buitenland verblijft en samen naar Nederland komt, of als het in het belang is van uw minderjarige kinderen dat uw partner eerder naar Nederland komt.

Daarnaast dient u te voldoen aan de inkomenseisen en dient u te verklaren dat u de referent bent voor uw partner, wat betekent dat u verantwoordelijk bent voor het toelaten van uw partner in Nederland. Uw partner moet een geldig paspoort hebben of kunnen bewijzen dat het voor hem/haar niet mogelijk is om een paspoort te krijgen, en mag geen gevaar zijn voor de openbare orde (dit kan hij/zij bewijzen door het invullen van een formulier ‘Bijlage Antecedentenverklaring’). Ook moet uw partner het basisexamen inburgering buitenland afleggen, tenzij hij/zij hiervan vrijgesteld is of geen machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) nodig heeft. Indien u een verblijfsvergunning heeft voor een uitwisseling, lerend werken of voor seizoensarbeid, kunt u uw partner in de meeste gevallen niet naar Nederland laten komen.

Wat kunt u nog meer doen?
Het is van belang dat u het schriftelijk aanvraagformulier grondig doorneemt. Hierin staat welke documenten u nodig heeft voor de aanvraag. Daarnaast is het verplicht om de wettelijke buitenlandse documenten te verifiëren en om te zetten naar het Nederlands, Engels, Frans of Duits.

 De kosten en de beslistermijn
De kosten voor de aanvraag is €210,-. De IND heeft een wettelijke termijn van 90 dagen om een besluit te nemen. Indien er meer tijd nodig is voor het nemen van de beslissing wordt u hierover op tijd geïnformeerd.

Conclusie
Om uw partner vanuit een niet EU-lidstaat naar Nederland te halen, moet u aan de voorwaarden van de IND voldoen. Deze voorwaarden hebben betrekking op uw relatie, uw leeftijden, het gezamenlijk samenwonen in Nederland, het hebben van de Nederlandse nationaliteit en/of een al verleende verblijfsvergunning. Het is in ieder geval belangrijk om het aanvraagformulier grondig door te nemen en de relevante documentatie (eventueel) te laten vertalen. Houd ook rekening met de kosten en de wachttijd die de IND hanteert.

Er zijn vele situaties denkbaar bij het aanvragen van een verblijfsvergunning. Houd daarom rekening met aanvullende regels en andere kosten/wachttijden die betrekking hebben op uw persoonlijke situatie. Voor de zekerheid kunt u via de website van de IND nagaan of er andere regels voor uw situatie gelden: https://ind.nl/nl/verblijfsvergunningen.

Indien u naar aanleiding van dit artikel nog vragen heeft met betrekking tot de procedure rondom een verblijfsvergunning, dan helpen wij u graag. Iedere dinsdag- en donderdagavond kunt u tussen 19:30 uur en 20:45 uur zonder afspraak binnenlopen bij ons spreekuur.

Wat houdt het gerechtvaardigd vertrouwen in? | door Melisa Basaran

Posted by

Een gloednieuwe laptop voor maar tien euro? Dat klinkt bijna te mooi om waar te zijn, maar is dit ook zo? Wat kunt u doen als u een laptop voor tien euro heeft gekocht en de verkoper aangeeft dat deze prijs niet klopt omdat hij een typefout heeft gemaakt? In dit artikel zal deze situatie nader besproken worden.

Obligatoire overeenkomst
Bij een obligatoire overeenkomst is sprake van twee overeenstemmende wilsverklaringen die een overeenkomst doen ontstaan. Dit houdt in dat twee partijen een overeenkomst sluiten en dit ook beide met elkaar willen. Een overeenkomst tussen twee (of meer) partijen heet ook wel een meerzijdige rechtshandeling. Met een rechtshandeling wordt gedoeld op een bepaald gevolg dat zal intreden. Dit gevolg wordt ook wel het rechtsgevolg genoemd. Een rechtshandeling komt in principe tot stand door een overeenstemmende wil en verklaring. De verklaring kan zowel mondeling als schriftelijk (bijvoorbeeld per brief, per e-mail of per WhatsAppbericht) plaatsvinden.

De consument kan bij het sluiten van een overeenkomst bepaalde verwachtingen hebben door de mededelingen van de verkopende partij. Dit wordt het zogenoemde ‘gerechtvaardigd vertrouwen’ genoemd. Wanneer de ene partij van mening is dat zijn wil en verklaring niet hetzelfde zijn bij het sluiten van de overeenkomst, kan de wederpartij zich beroepen op het gerechtvaardigd vertrouwen, omdat deze ervan uit mocht gaan dat de wil en verklaring van de verkopende partij met elkaar gelijk zouden zijn.

Onderzoeksplicht
Een beroep op het gerechtvaardigd vertrouwen kan niet slagen als niet is voldaan aan de onderzoeksplicht. De onderzoeksplicht houdt in dat de wederpartij, gelet op de situatie tijdens het onderhandelen, behoorde te twijfelen aan de juistheid van de mededelingen. Zo mag van de wederpartij worden verwacht dat deze onderzoek doet als daarvoor aanleiding bestaat. Het kan dus, ondanks de aanvaarding van het aanbod, mogelijk zijn dat er nog steeds geen overeenkomst ontstaat. De wederpartij zou zich dan eventueel kunnen beroepen op het gerechtvaardigd vertrouwen, onder de voorwaarde dat is voldaan aan de onderzoeksplicht.

Hoe zit dit dan bij de gloednieuwe laptop van tien euro? Hierbij zal zeer waarschijnlijk geen succesvol beroep kunnen worden gedaan op het gerechtvaardigd vertrouwen, omdat ervan uitgegaan mag worden dat tien euro voor een gloednieuwe laptop niet redelijk is. De koper had onderzoek moeten doen naar de buitengewoon lage prijs van de laptop en moeten bevestigen dat dit ook werkelijk de prijs is waarvoor de verkoper de laptop wilde verkopen.

Indien u naar aanleiding van dit artikel of anderszins nog vragen heeft met betrekking tot het rechtsgeldig ontstaan van een overeenkomst en het gerechtvaardigd vertrouwen, dan helpen wij u graag. Iedere dinsdag- en donderdagavond kunt u tussen 19:30 uur en 20:45 uur zonder afspraak binnenlopen bij ons spreekuur.

Wanneer mag een consument de koopovereenkomst ontbinden? | door Debby van Meel

Posted by

Het is mogelijk dat u als consument een product koopt dat kapot is of na een korte periode kapot gaat. Als consument wordt u in dat geval extra beschermd door de wetgever. In dit artikel zal nader worden ingegaan op deze consumentenbescherming.

Wat betekent conformiteit?
De verkoper moet ervoor zorgen dat het product dat hij levert, voldoet aan wat er in de overeenkomst staat. De koper moet dus krijgen wat hij volgens die overeenkomst verwacht. Dit wordt ook wel conformiteit genoemd. Als je bijvoorbeeld een fiets koopt, mag je verwachten dat deze trappers heeft. Als het product niet beantwoordt aan de overeenkomst, is sprake van non-conformiteit.

Dit geldt ook voor eventuele gebreken. De zaak mag eventuele gebreken niet bezitten waarvan de koper – ook weer op basis van de overeenkomst – mag verwachten dat die niet aanwezig zijn. Belangrijk hierbij is dat het in ieder geval gaat om eigenschappen die nodig zijn voor normaal gebruik van de zaak. Daarbij spelen ook de mededelingen van de koper een rol. Stel, een koper wil een horloge kopen. Hij geeft daarbij aan dat hij deze gaat gebruiken om mee te duiken en dat het horloge dus waterdicht moet zijn. De koper mag dan wel verwachten dat hij een waterdicht horloge koopt. Als de verkoper duidelijk aangeeft dat het horloge absoluut niet waterdicht is, wordt het voor de koper lastiger om hier iets tegen te doen.

Bewijsvoordeel voor de consument
Als u het product vóór 27 april 2022 heeft gekocht, geldt een bewijsvoordeel van zes maanden. Als u het product heeft gekocht na 27 april 2022, geldt een bewijsvoordeel van twaalf maanden. Dit houdt in dat het aan de verkoper is om gedurende die zes of twaalf maanden te bewijzen dat het product kapot is gegaan door toedoen van de consument. Als het product na die zes of twaalf maanden kapot is gegaan, dan is het aan de consument om te bewijzen dat het product niet door eigen toedoen kapot is gegaan maar dat het product gebrekkig is. Hiervoor kan bijvoorbeeld een expert ingeschakeld worden.

Herstelmogelijkheden
Op het moment dat vaststaat dat het product gebrekkig is, moet de consument de verkoper de mogelijkheid geven om het product te herstellen of te vervangen. Dit kan door het sturen van een ingebrekestelling. De uiteindelijke keuze voor herstel of vervanging ligt bij de verkoper. Hierbij is het redelijk om het product twee keer te laten herstellen door de verkoper voordat de overeenkomst wordt ontbonden. Mocht het product vervolgens weer dezelfde gebreken vertonen, is het mogelijk om de overeenkomst te ontbinden. Met het ontbinden van de overeenkomst moet het product terug naar de verkoper, waarna de koper het geld terugkrijgt. Mocht ontbinding niet wenselijk zijn, dan is het mogelijk om het product te laten herstellen door een derde partij. De kosten hiervan kunnen verhaald worden op de verkoper.

Conclusie
Als consument ben je extra beschermd door de wet als je een product koopt dat snel kapot gaat. De verkoper moet ervoor zorgen dat het product overeenkomt met wat in de koopovereenkomst staat. Als het product niet aan deze verwachtingen voldoet of gebreken vertoont die niet normaal zijn voor het gebruik ervan, spreken we van non-conformiteit.

Als het product gebrekkig is, moet de consument de verkoper de kans geven om het te repareren of te vervangen, meestal door het sturen van een ingebrekestelling. De keuze tussen reparatie of vervanging ligt bij de verkoper. Als het product na twee reparatiepogingen nog steeds dezelfde gebreken vertoont, kan de consument de overeenkomst ontbinden en het geld terugkrijgen. Als ontbinding niet gewenst is, kan de consument het product door een derde partij laten repareren. De kosten hiervan kunnen bij de verkoper worden verhaald.

Mocht u naar aanleiding van dit artikel vragen hebben over consumentenbescherming, dan helpen wij u graag. Iedere dinsdag- en donderdagavond kunt u tussen 19:30 uur en 20:45 uur zonder afspraak binnenlopen bij ons spreekuur.

Meer bescherming voor de oproepkracht met de Wet Arbeidsmarkt in Balans | door Safae Moussati

Posted by

Werkgevers maken steeds vaker gebruik van flexibele arbeidsrelaties. Hierbij kunt u denken aan het inzetten van uitzendkrachten, oproepkrachten en zzp’ers. Met name het gebruik van oproepkrachten is erg populair onder werkgevers. Als oproepkracht bent u werkzaam op basis van een oproepovereenkomst. Er is sprake van een oproepovereenkomst, als:

  • de urenomvang van de arbeid niet in de overeenkomst is vastgelegd; en
  • de oproepkracht geen recht heeft op loon als hij de overeengekomen arbeid niet heeft verricht.

Er bestaan verschillende soorten oproepovereenkomsten, zoals het nulurencontract en het min-maxcontract. De oproepovereenkomst biedt flexibiliteit aan werkgevers maar brengt de werknemer in een onzekere rechtspositie. Om oproepkrachten beter te beschermen tegen deze onzekerheid en hiermee hun wettelijke positie te versterken, is in 2020 een nieuwe wet in werking getreden. De Wet Arbeidsmarkt in Balans bevat aanvullende regels waar werkgevers zich aan moeten houden als het gaat om (onder andere) oproepkrachten.  Een aantal van deze regels worden in dit artikel nader toegelicht.

De minimale oproeptermijn
De minimale oproeptermijn voor oproepovereenkomsten is vier dagen. Dit betekent dat uw werkgever u minimaal vier dagen van tevoren schriftelijk of elektronisch voor het werk dient op te roepen. Indien de werkgever minder dan vier dagen van tevoren oproept, heeft u zelf de keuze of u aan de oproep gehoor geeft. Dit houdt in dat het aan u is of u de dienst accepteert of weigert. Wanneer de werkgever de oproep minder dan vier dagen van tevoren wijzigt of intrekt, heeft u recht op uitbetaling over de uren van de oorspronkelijke oproep. U heeft hierbij als oproepkracht bij iedere afzonderlijke oproep recht op minimaal drie uur loon. Dit houdt in dat als u door uw werkgever voor minder dan drie uur opgeroepen wordt, u toch recht heeft op loon over drie uren. In de cao kan de wettelijke oproeptermijn zijn verkort naar minimaal 24 uur.

Wijze van oproepen en afzeggen
Uw werkgever dient u schriftelijk of elektronisch op te roepen. Ook het afzeggen van een oproep dient op deze manier te geschieden. Indien uw werkgever u tijdig oproept maar dit enkel mondeling doet, bent u als oproepkracht niet verplicht om te komen werken. Ingeval de werkgever de oproep tijdig afzegt maar dit wederom slechts mondeling doet, kunt u aanspraak maken op het loon over de oproep.

Aanbod voor een vast aantal uren
Als u langer dan twaalf maanden als oproepkracht werkzaam bent geweest, is de werkgever verplicht u binnen één maand schriftelijk een aanbod te doen voor een vast aantal uren. Dit aanbod dient gebaseerd te zijn op het gemiddeld aantal uren arbeid van de afgelopen twaalf maanden. Het staat u hierbij vrij om te kiezen of u met het aanbod akkoord gaat.

Premiedifferentiatie WW
Werkgevers betalen sinds 2020 voor werknemers met een flexibel contract een hogere WW-premie ten opzichte van voor werknemers met een vast contract. Ook dit zorgt, samen met de andere aangescherpte regels, voor het minder gemakkelijk worden van het aangaan van flexibele arbeidsrelaties door werkgevers en voor een sterkere positie van oproepkrachten.

Mocht u vragen hebben over het werken op basis van een oproepovereenkomst, dan helpen wij u graag. Iedere dinsdag- en donderdagavond kunt u tussen 19:30 uur en 20:45 uur zonder afspraak binnenlopen bij ons spreekuur.