Het einde van de tijdelijke huurovereenkomst | door Luc Leenes
Op 16 mei 2023 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel ‘Wet vaste huurcontracten’. Met deze nieuwe wet wordt de mogelijkheid om woonruimte tijdelijk te verhuren zonder huurbescherming, die in 2015 was geïntroduceerd, afgeschaft. Hieronder worden de belangrijkste punten besproken.
De Wet vaste huurcontracten
De huidige situatie maakt het mogelijk voor verhuurders om huurovereenkomsten voor twee jaar of minder (voor zelfstandige woonruimte) of vijf jaar of minder (voor onzelfstandige woonruimte) af te sluiten. Deze tijdelijke huurcontracten eindigen automatisch na afloop van de termijn. De huurders genieten in deze gevallen niet van de gebruikelijke huurbescherming, wat betekent dat de verhuurder de huur kan beëindigen zonder tussenkomst van een rechter.
In de praktijk werden deze tijdelijke huurovereenkomsten veelvuldig gebruikt. Als gevolg hiervan ontstond er toenemende onzekerheid voor huurders met betrekking tot hun woonsituatie. Ze werden van het ene tijdelijke huurcontract naar het andere gestuurd door verschillende verhuurders. Met het wetsvoorstel Wet vaste huurcontracten wordt er een einde gemaakt aan deze praktijk. De mogelijkheid om zowel zelfstandige als onzelfstandige woonruimte op deze manier tijdelijk te verhuren, wordt uit de wet geschrapt.
Feitelijk keert de wet terug naar de praktijk van vóór 1 juli 2016, toen de Wet doorstroming huurmarkt werd ingevoerd. Destijds waren huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd met een minimumduur (vaak één jaar) de norm, en het bleek moeilijk om huurders uit de woning te krijgen. In situaties waarin een verhuurder van plan was om de woning op korte termijn te verkopen, te renoveren of op andere manieren te gebruiken, kozen verhuurders er vaak voor om helemaal niet te verhuren of om gebruik te maken van de Leegstandswet of kortlopende huurovereenkomsten. Zo werd ervoor gezorgd dat de woning op tijd leeg was. Verder verdient opmerking dat de nieuwe wet niet voor bestaande tijdelijke contracten geldt. Deze tijdelijke contracten zullen uiterlijk twee of vijf jaar na inwerkingtreding van de wet vanzelf aflopen.
Uitzonderingen op de nieuwe wet
Om verhuurders tegemoet te komen, zijn er in de Wet vaste huurcontracten uitzonderingen opgenomen, waardoor tijdelijke verhuur onder specifieke omstandigheden nog wel mogelijk is:
- het opnieuw bewonen door de verhuurder of voorgaande huurder (tussenhuur/diplomatenclausule). De diplomatenclausule wordt uitgebreid in die zin dat het verstrekken van een woonruimte aan een woningzoekende die een bloed- of aanverwant in de eerste graad is, ook een reden wordt om de huurovereenkomst te beëindigen;
- doelgroepencontracten van vijf jaar, op basis van specifieke categorieën voor dringend eigen gebruik (bijvoorbeeld voor jongeren, studenten, promovendi, ouderen en gehandicapten);
- verhuur naar zijn aard van korte duur (bijvoorbeeld vakantie-verhuur);
- verhuur ter voorkoming en vermindering van onnodige leegstand; en
- generieke tijdelijke verhuur van maximaal vijf jaar voor onzelfstandige woonruimte.
Op dit moment moet het wetsvoorstel nog aangenomen worden in de Eerste Kamer. Actualiteiten over de Wet vaste huurcontracten volgt u hier. Als u over deze wetswijziging vragen heeft en/of wilt weten wat uw rechten zijn, dan helpen wij u graag tijdens ons gratis spreekuur op dinsdag- en donderdagavond tussen 19:30 uur en 20:45 uur. Het is niet nodig om vooraf een afspraak te maken.