Vertrouwensbeginsel: De Belofte van Overheid naar Burger | Melisa Basaran
In Nederland hebben we zowel geschreven als ongeschreven regels. Een van deze ongeschreven regels is het vertrouwensbeginsel. Het vertrouwensbeginsel houdt in dat burgers mogen vertrouwen op bepaalde toezeggingen of gedragingen van de overheid. Dit biedt burgers bescherming tegen willekeurige of onredelijke besluiten van de overheid en draagt bij aan hun rechtszekerheid.
De voorwaarden
Wanneer een burger denkt dat de overheid zich niet aan het vertrouwensbeginsel heeft gehouden, kan de rechter toetsen of dit inderdaad zo is.
Ten eerste kijkt de rechter of er sprake is van een toezegging. Bij een toezegging heeft de overheid, direct of indirect, een verwachting gewekt bij de burger. Denk hierbij aan een expliciete belofte of een bepaalde handeling.
Vervolgens toetst de rechter of de toezegging namens een bestuursorgaan is gedaan. Hierbij wordt gekeken wie er verantwoordelijk is voor de toezegging. Was degene daartoe bevoegd of viel het binnen zijn vakgebied? Een advies van een baliemedewerker mag bijvoorbeeld niet worden aangenomen als een toezegging van de overheid, maar een advies van een ambtenaar binnen zijn vakgebied wel.
Ten derde moet de rechter bepalen of het gewekte vertrouwen moet worden nagekomen. Het kan voorkomen dat een toezegging van een bestuursorgaan niet hoeft te worden nagekomen.
In de laatste stap worden de belangen van de burger en de overheid tegen elkaar afgewogen. Wanneer het belang van de burger zwaarder weegt en aan de eerder genoemde stappen is voldaan, kan de burger zich succesvol beroepen op het vertrouwensbeginsel. Bij een daadwerkelijke schending van het vertrouwensbeginsel kan de overheid haar besluit terugdraaien of een schadevergoeding aanbieden.
Rechtswinkel Eindhoven
Heeft u naar aanleiding van dit artikel of om een andere reden vragen over het vertrouwensbeginsel, dan helpen wij u graag. Iedere dinsdag- en donderdagavond kunt u tussen 19:30 uur en 20:45 uur zonder afspraak binnenlopen bij ons spreekuur.